OAB in het Onderwijs

Zowel gemeenten als schoolbesturen met basisscholen krijgen OAB-middelen van het Rijk. Gemeenten en basisscholen hebben dezelfde missie en dezelfde doelgroep: het bieden van kansen voor kinderen die vanwege hun achtergrond minder goed ‘presteren’ dan zij in gunstiger omstandigheden zouden doen. Het doel is om hen een betere start te geven, zodat zij zonder achterstand in groep 3 van de basisschool komen. Het onderwijsachterstandenbeleid kan gemeentebreed versterkt worden als scholen, voorscholen en andere relevante maatschappelijke partners met elkaar samenwerken. De gemeente kan daar een verbindende rol in spelen.

Wat moet

Scholen zijn  primair verantwoordelijk voor het onderwijsachterstandenbeleid in het basisonderwijs en krijgen de OAB-middelen in de lumpsum. Gemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie en krijgen de middelen als geoormerkte subsidie waarover ze apart moeten verantwoorden. Mochten gemeenten OAB-middelen overhouden nadat er voldoende ve-plekken zijn gerealiseerd, dan mogen ze die middelen aanvullend op de OAB-middelen van de scholen ook inzetten voor OAB in het basisonderwijs (maar dat hoeft niet).

Wat moeten scholen en gemeenten dan samendoen in het kader van OAB? Gemeenten en het bevoegd gezag van scholen en kinderopvang moeten tenminste jaarlijks overleggen. Het doel hiervan is om gezamenlijk afspraken te maken over het bevorderen van integratie, het voorkomen van segregatie, het bestrijden van onderwijsachterstanden en het afstemmen van de inschrijvings- en toelatingsprocedures. Het is de bedoeling dat deze afspraken zoveel mogelijk meetbare doelen bevatten.

Ook worden er afspraken gemaakt over:

Naast het verplichte jaarlijkse overleg, kunnen gemeenten, scholen en ve-aanbieders extra samenwerken om het OAB-aanbod verder te ontwikkelen en verbeteren. Bijvoorbeeld in een werkgroep VVE of OAB. In de Inspiratiegids Samenwerken aan OAB in het onderwijs worden hiervoor praktische handvatten gegeven.

Duurzame aanpakken, nieuwe initiatieven en publicaties

Naast de inspiratiegids is er een groot aanbod aan duurzame aanpakken, nieuwe initiatieven en recente publicaties waar gemeenten, scholen en ve-aanbieders gebruik van kunnen maken. Hieronder volgt een overzicht, gerangschikt naar leeftijd en/of thema.

Voorschoolse educatie en de overstap naar de basisschool

Om voorschoolse educatie goed op de kaart te zetten en de doorgaande leerlijn naar de basisschool te bevorderen kunnen gemeenten, scholen en ve-aanbieders gebruik maken van de volgende publicaties en duurzame aanpakken:

  • De handreiking Dag kinderdagverblijf, Hallo School!. Hierin staan informatie en praktische tips voor ve-aanbieders en scholen over de overdracht van informatie, ouderbetrokkenheid en het wenproces op de basisschool.
  • De publicatie Verbeteren start in het basisonderwijs van onderzoeksbureau Sardes. Hierin staat beschreven wat bevorderlijke condities zijn voor een soepele start in het basisonderwijs. Welke maatregelen zijn hierbij kansrijk? Wat zijn de voor- en nadelen, opbrengsten en aandachtspunten van de verschillende maatregelen? Op basis van de literatuur is bepaald dat de volgende drie condities belangrijk zijn voor de start op school: 1) goede aansluiting tussen thuis en school, 2) goede aansluiting tussen voorschoolse voorziening en basisonderwijs en 3) goede aansluiting tussen school en ontwikkelbehoeften van jonge kinderen.
  • Het programma ‘Jonge Kind’ van OCW. Het doel is om de kansengelijkheid van kinderen te vergroten. Daarmee richt het programma zich op de voorschoolse periode en de overgang naar en start in het basisonderwijs. Voor beide periodes zijn op basis van input uit het veld, wetenschappelijke inzichten en recent uitgebrachte rapporten, aandachtspunten opgesteld. Hierbij zijn passende interventies geïnventariseerd en samengevat in vier programmalijnen.
  • De kennisclip GOAB Vroegschoolse educatie onder de aandacht laat zien dat de doorgaande lijn in VVE van groot belang is en wat de rol van de gemeente in de vroegschoolse educatie kan zijn.

Extra aanbod op de basisschool

Sommige leerlingen in het basisonderwijs kunnen baat hebben bij een extra (taal)aanbod tijdens of na school. Hieronder volgt een overzicht van initiatieven en aanpakken die scholen kunnen inzetten en/of ontwikkelen:

  • Schakelklassen: tijdelijke klassen onder of na schooltijd voor kinderen die, als ze het Nederlands beter zouden beheersen, wellicht beter gaan presteren.
  • Zomerscholen en verlengde schooldag: extra aanbod na schooltijd of in de zomervakantie, doorgaans voor kinderen die van huis uit minder kansen krijgen. Vaak gaat het om een combinatie van extra taal- en/of rekenaanbod en creatieve en sportieve activiteiten. 
  • Het programma School en omgeving van het ministerie van OCW. Dit programma  heeft als doel om kansengelijkheid te vergroten. Scholen bieden in samenwerking met de gemeente en lokale partijen extra activiteiten aan, zodat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Met deze activiteiten leren leerlingen waar ze goed in zijn, om op zichzelf te bouwen en de wereld te ontdekken. De subsidie School en Omgeving is bedoeld voor scholen met een hoge onderwijsachterstandsscore en scholen die binnen bestaande coalities deelnemen aan het programma School en Omgeving.Op 16 februari 2023 organiseerde het GOAB een fiedllab. Meer hierover lees je in dit verslag
  • Ouderbetrokkenheid: als ouders hun kinderen positief met belangstelling ondersteunen bij hun schoolloopbaan, kan dat bijdragen aan betere schoolresultaten. Educatief partnerschap tussen school en ouders helpt daarbij. Ook zijn er verschillende programma’s die ouderbetrokkenheid bij de taalontwikkeling van hun kind versterken zoals Thuis in Taal, Logo 3000, VVE Thuis, Bereslim en de Stapprogramma’s (gezinsgerichte stimuleringsprogramma's).

Taal- en leesstimulering

Sommige gemeenten hebben een gezamenlijke, gemeentebrede aanpak voor taal- en leesstimulering. Stichting Lezen heeft daarvoor 'De doorgaande leeslijn’ gepubliceerd, waarin leesmotivatie en leesplezier centraal staan.   

Sinds 2020 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de aanpak van laaggeletterdheid. Daaronder vallen de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van een aanpak waarin laaggeletterden worden gevonden en opgeleid. Vanaf 2025 hebben de gemeenten de regierol over de aanpak van laaggeletterdheid, en daarmee ook over de gezinsaanpak. Dat de gemeenten deze rol pakken is belangrijk: juist de gezinsaanpak vraagt om een goed aangestuurde netwerksamenwerking van de verschillende lokale partners. Voorbeelden zijn: Taalschatten, BoekStart-BoekenPret, Bibliotheekopschool, VoorleesExpress, en het Enschedese Praten met Pim en Waalwijk Taalrijk.

Aanpak laaggeletterdheid in gemeenten: Stichting Lezen en Schrijven

Overstap van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs

Net als de overgang van voor- naar vroegschool is ook de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs een belangrijke schakel voor leerlingen. Een schakel die bovendien kansenongelijkheid kan vergroten óf juist verminderen. De gemeente kan een verbindende schakel zijn in het gesprek tussen de basisscholen en vo-scholen in de gemeente of eventueel de vo-scholen buiten de gemeente als er in de eigen gemeente geen of weinig voortgezet onderwijs is. De handreiking schooladvisering van het ministerie van OCW kan een goede basis zijn voor het overleg.

Weten wat werkt

Welke aanpak je ook samen kiest, het is in elk geval van belang dat je gebruik maakt van aanpakken waarvan bekend zijn dat ze effectief zijn. En als je voor een andere aanpak kiest, dat je monitort of de aanpak oplevert wat je er van verwachtte. Er zijn verschillende websites waar effectieve aanpakken voor onderwijsachterstanden bij elkaar zijn gebracht, zoals:

  • Onderwijskansen | Onderwijskennis. Op deze website van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek wordt wetenschappelijke kennis over onderwijsachterstanden vertaald voor de praktijk in onder andere guidance reports, leidraden en podcasts.
  • De menukaart NPOnderwijs van het ministerie van OCW: een uitgebreid overzicht van aanpakken voor het inlopen van onderwijsachterstanden, met daarbij een maat voor het effect en de sterkte van het bewijs voor dat effect.
  • Datanbank Effectieve Jeugdinterventies. Programma's voor steun en hulp bij opgroeien en opvoeden, die beoordeeld zijn door aan onafhankelijke erkenningscommissie.
  • Education Endowment Foundation: een Britse website die als voorbeeld is gebruikt voor de Menukaart NPOnderwijs. De informatie op deze website is nog uitgebreider en veelomvattender dan bovenstaande websites. Let op: of een interventie wel of niet werkt is mede afhankelijk van de context. Bedenk goed of een aanpak die op de website wordt beschreven logisch gezien ook in jouw context kan werken.